Afgedwongen inclusiviteit
Onlangs kwam de CPNB, de stichting die onder meer de Boekenweek organiseert, nogal negatief in het nieuws. De Boekenweek van volgend jaar draagt het hoogst oubollige thema ‘De moeder, de vrouw’, en voor het schrijven van het bijbehorende Boekenweekgeschenk en het Boekenweekessay werd niet één vrouw, maar werden wél twee mannen gevraagd.
Rumoer in de letteren! Er kwam een petitie, die ook ik ondertekende. Niet uit doorgeslagen gelijkheidsdenken, maar omdat juist de man-vrouw-verhouding bij zowel geschenk als essay al decennia lang hemeltergend scheef is.
De CPNB komt vandaag met een verklaring die tot in de vezels aantoont wat nu precies het probleem is bij die organisatie. ‘De CPNB nam daarom het initiatief tot een gesprek,’ staat in de verklaring. Nee, de organisatoren van de petitie namen het initiatief, niet de CPNB. Die ging slechts huilend door de knieën om de imagoschade een beetje in te perken. Want als je de reacties van de CPNB in de eerste dagen na de rel las, kon je voortreffelijk zien dat ze volledig achter hun oorspronkelijke keuze stonden en niets begrepen van alle commotie.
De organisatie schrijft ook: ‘Door actief te kiezen voor gendergelijkheid en diversiteit wil de CPNB bijdragen aan een inclusieve samenleving.’ Wederom: nee, dat is dus niet actief, als je er eerst met een petitie in NRC Handelsblad en De Morgen op gewezen moet worden. Claim toch niet een soort leidersrol, als je niets doet dan slaafs de publieke opinie volgen! Sla een woordenboek open en leer wat de woorden ‘initiatief’ en ‘actief’ betekenen!
En dan de ‘oplossing’ zelf: een vrouwenquotum. De CPNB gaat de komende vijf jaar eens experimenteren met een volstrekt eerlijke man-vrouw-verhouding als het om het Boekenweekgeschenk en het Boekenweekessay gaat. Ja, vijf jaar, voorlopig. Want je weet maar nooit. Straks vallen de cijfers tegen. Dan gaan we natuurlijk gewoon weer als vanouds slechts eens in de twintig jaar een excuusvrouwtje vragen, nietwaar?
Een quotum – maak me dood. Een quotum is een extern instrument, waarmee je de verantwoordelijkheid buiten jezelf legt. Want het werkelijke probleem is dat de CPNB zich niet allang automatisch bewust is geweest van hoe de maatschappelijke verhoudingen liggen. Het is een bloody shame als je er door honderden schrijvers, uitgevers en redacteuren op gewezen moet worden dat er in Nederland en België zowel mannelijke als vrouwelijke schrijvers opereren.
Dat was mijn voornaamste bezwaar tegen de Boekenweekkeuze van de CPNB en de reden om die petitie te ondertekenen. Er zijn zó veel goede en succesvolle vrouwelijke auteurs in het Nederlandse taalgebied – waarom zien ze die niet bij de CPNB? Hebben ze dan werkelijk helemaal núl verstand van lezen? Als er iemand ‘leesbevordering’ nodig heeft, om dat afgrijselijke CPNB-woord maar eens te gebruiken, dan is het de CPNB zelf wel!
Laat ik het anders brengen. Afgelopen zondag trad ik in Rotterdam op tijdens de 31e editie van het literaire programma Frontaal Podium. Pas achteraf realiseerde ik me dat van de vijf schrijvers die daar het podium deelden, er vier vrouw waren. Van de vijf hadden er vier een geheel of deels allochtoniaanse achtergrond. Maar nergens, nergens tijdens die hele godvergeten middag werden daar woorden aan vuil gemaakt. Als je op de website van Frontaal Podium kijkt, staan daar geen glijerige pr-teksten over diversiteit, gendergelijkheid of ‘bijdragen aan een inclusieve samenleving’, zoals bij de CPNB, terwijl ze bij Frontaal wel degelijk ook ideële motieven hebben. Maar toch vooral literaire.
Als je jezelf zo hard op de borst moet kloppen als de CPNB vanwege je – afgedwongen! – inclusiviteit, dan stinkt er iets.
Een vrouwenquotum, mijn God, hoe kom je erop… Het is nu wachten tot de samenstellers van het omgekeerd-racistische boek ‘Zwart’ een petitie inleveren bij de CPNB om een eerlijk percentage ‘zwarte schrijvers’ (whatever that may be) op te eisen. Want ja, hé, als we gereguleerd inclusief gaan zitten doen, dan lust ik er nog wel een paar…