Nooit meer slapen: 2. Voordeel
Deze week ben ik elke nacht een paar minuutjes te horen in VPRO’s Nooit Meer Slapen om een kort verhaal voor te dragen, geïnspireerd door de actualiteit. Elke werknacht na het journaal van 01:00 uur, op Radio 1. De volgende ochtend vindt u het verhaal hier terug.
Voordeel
Voor het eerst na langen tijd komen berichten van belang over den strijd tusschen Italianen en Oostenrijkers in het Alpenland, waar de oorlog nu ongeveer een jaar voortduurt zonder den aanvallers eenig direkt voordeel te hebben opgeleverd.
Dit lees ik in de krant Het volk van 17 mei 1916. De woorden komen onthutsend eerlijk op me over. Nederland nam geen deel aan wat toen nog gewoon De Oorlog heette, zonder Eerste en zonder Wereld ervoor, en het zou nog vierentwintig jaar duren voor de Twééde Wereldoorlog een aanvang nam. Oorlog hoefde nog niet aangekleed te worden met ideologische taal, met goed en kwaad. Oorlog was een strijd die partijen, al of niet, directe dan wel indirecte voordelen opleverde.
Honderd jaar later lig ik op de bank te peinzen over deze woorden: is het goed dat ze niet zo hypocriet zijn?
En toch. Ook de nuchtere zakelijkheid van deze taal is verhullend. Voordelen. Het is de taal van de strategen die over een stafkaart gebogen staan en grensverschuivingen toejuichen of betreuren. Een taal die de uiteengereten lijken verhult.
Afgelopen weekend las ik een reportage over Bagdad anno 2016. De hoofdstad van het land dat een dik decennium geleden werd binnengevallen omdat Saddam ‘evil’ zou zijn. Geen woord sprak George W. Bush over voordelen voor de Verenigde Staten, direct of indirect. Nu, in Bagdad, vertelt een handelaar in verhullende vrouwenkleding dat de zaken goed gaan. Er is een prachtige nieuwe afzetmarkt in Mosul, waar IS heerst en waar de vraag naar alles-behalve-de-ogen-bedekkende nikabs zodoende groot en prangend is.