De pathetische wrok van Philip Huff
Op de Nederlandse recensentenpraktijk valt veel aan te merken. Philip Huff doet dat op de website van Hollands Maandblad, maar hij beperkt zich daarbij opvallend genoeg tot het bekritiseren van één recensent. Een recensent, nota bene, die tot tweemaal toe een boek van Huff negatief besprak: Arie Storm.
Iedere schrijver kent de verontwaardiging, woede, moordlust wanneer je geesteskind naar jouw idee onterecht de grond in wordt geschreven, dus in die zin valt Huff niets te verwijten (geloof me, ik ken het gevoel). Wel is het zo dat de woede bij volwassen mensen meestal na een paar uur, hooguit na een dag, weer overwaait. Niet bij Huff. En niet bij sommigen van zijn volgers op Twitter, die net als Huff blijkbaar nog steeds last hebben van een Storm-trauma (‘Geweldig!’ juichte Saskia Noort, haha).
Huff gaat schijnbaar als een wetenschapper te werk bij zijn ontleding van Storms aanpak. Hij heeft geteld, gemiddelden uitgerekend, en hij gebruikt termpjes als ‘significant’. En zo toont hij aan dat Arie Storm zich aan nepotisme bezondigt: hij deelt meer sterren (of ballen) uit aan boeken die begeleid zijn door zijn vrouw, Josje Kraamer, redacteur bij uitgeverij Querido.
Ja, hoor eens. Wat hij Storm aanrekent, moet hij zelf weten, maar hiermee komt hij op mijn terrein: uitgeverij Querido. Mijn uitgever. En zelfs dáár zou ik mijn schouders over ophalen – we leven in een vrij land, nietwaar? – ware het niet dat Huff de plank op twee punten zo genadeloos misslaat, dat interventie geboden is.
Zo verzuimt hij om, als een echte wetenschapper, zijn dataset beschikbaar te stellen. Daardoor kunnen wij niet controleren of het klopt, wat hij beweert. En eerlijk gezegd vertrouw ik die dataset niet. Ik vertrouw het niet als iemand Miquel Bulnes aanvoert als een van die door Storm begunstigde Querido-auteurs, zoals Huff doet, terwijl Bulnes zijn boeken bij Prometheus publiceert. Ik vertrouw het niet als élke Querido-auteur aan Storms vrouw Josje Kraamer wordt toegeschreven. Querido heeft meer redacteuren in dienst dan alleen Kraamer.
Ik vertrouw het ook niet als iemand op een significant verschil in beoordelingen wijst tussen Storm en twee collega-recensenten, Arjan Peters (de Volkskrant) en Arjen Fortuin (NRC Handelsblad), zonder van hén de cijfers te vermelden, of de uitkomsten van de statistische test te laten zien waarmee die significantie is vastgesteld.
Maar er is nog iets anders. Een wetenschappelijke publicatie eindigt doorgaans met een Discussie-sectie, waarin alternatieve verklaringen worden geboden voor de gevonden resultaten. Laat Huff na. Zal ik me er dan maar eens aan wagen?
Komt-ie: uitgeverij Querido geeft eenvoudigweg kwalitatief zeer hoogstaande boeken uit.
Huff noemt mij als voorbeeld van zo’n auteur die van Storm een paar extra ballen kreeg omdat Storms vrouw nu eenmaal mijn redacteur is. Maar wie weleens een andere krant dan Het Parool opslaat, weet dat mijn laatste roman, Een honger, ook elders op een gezellige polonaise van vier- en vijfsterrenrecensies kon rekenen, waarna ik er de BNG Literatuurprijs voor won. Huff noemt ook Gustaaf Peek: één en al juichrecensies voor diens laatste roman Godin, held; het boek stond op de shortlist van de Libris Literatuurprijs, werd Boek van de Maand bij DWDD én sloeg enorm aan bij het grote publiek.
Merijn de Boer dan? Een stortvloed aan vier- en vijfsterrenrecensies voor zijn roman ’t Jagthuys, in Nederland én Vlaanderen. Teatro Olympico van Kees ’t Hart? Werd echt niet alleen door Storm geprezen. Arjen Fortuin van NRC Handelsblad noemde het de ‘grappigste roman van 2014’. Het belandde, samen met het boek van Peek, op de shortlist van de Libris Literatuurprijs.
Huff laat haar buiten beschouwing, maar ik wil graag nog even de aandacht vestigen op Querido-debutant Roos van Rijswijk (een ontdekking van Josje Kraamer), van wie onlangs bekend werd dat zij de gerenommeerde Anton Wachterprijs krijgt toegekend voor haar debuut Onheilig.
Verdomd zeg, ze hebben er wel kijk op, daar bij Querido.
Maar dat wil Huff allemaal niet zien. Die is veel te verbolgen omdat de boeken van zijn eigen uitgeverij, De Bezige Bij, gemiddeld slechts 2,8 ballen krijgen van Storm.
Maar zou het niet zo kunnen zijn dat De Bezige Bij de laatste jaren geen al te best beleid voert? Niet al te beste boeken uitgeeft, een enkele uitzondering daargelaten? En is dat niet de reden dat Huff zijn volgende boek bij Das Mag Uitgevers publiceert? Zogenaamd een eenmalig uitstapje, maar dat zei Maartje Wortel ook toen ze een jaar geleden de Bij verruilde voor Das Mag. En welke uitgeverij bracht onlangs een tweede boekje van haar uit? Precies. Niet de Bij.
Nogmaals, ik snap dat je pissig bent na een negatieve recensie. Maar Huffs wrok is zo groot, dat zijn beoordelingsvermogen erdoor is aangetast. Dat is niet alleen kwalijk, het is vooral ook zielig. Kom op, Huff, stel je niet zo aan, schuif je ego aan de kant, de zon schijnt, schrijf een boek. Succes!