Lezen en Tellen
Heer, sta me bij want ik ga het over vrouwen en literatuur hebben. Daar heb ik me eens eerder aan gewaagd, een paar jaar terug in Vrij Nederland, en toen ben ik een jaar lang voor seksist uitgemaakt. Maar de stupiditeit houdt niet op, dus ik moet wel.
Heer der Literatuur (of bent u een vrouw, een Dame?), ik weet dat ik door tallozen verkeerd gelezen en opzettelijk verkeerd begrepen zal worden. Sinds dat vorige stuk denken ze dat ik dikke romans beter vind dan dunne. Elke keer dat ze daar sindsdien een muf grapje over maken, glimlach ik vriendelijk, maar ondertussen denk ik: stik toch, gij leesblinde, verzuip in je eigen domheid.
Ze dachten ook dat ik een hekel had aan vrouwelijke auteurs. Ik zweer bij Jeanette Winterson, Zadie Smith, Virginia Woolf, Lydia Davis, Alice Munro, Juli Zeh, Emily Brontë, Valeria Luiselli, Hilary Mantel en al die andere heldinnen dat het niet zo is, ik zweer dat ik vrouwelijke auteurs even hoog inschat als mannelijke, maar de onwelwillenden zullen dit niet lezen.
Ze lezen niet wat ze niet willen horen, zodat ze me kunnen verwijten wat ik niet geschreven heb.
Dame, ik zal het simpel houden. Ik ben blij dat een hoofdpijndossier ten einde is: de Lezeres des Vaderlands houdt ermee op. De Lezeres des Vaderlands? Ja, dat is een vrouw of een collectief van vrouwen gebaseerd op het misverstand dat louter cijfers veelzeggend zijn.
Een jaar lang heeft deze Lezeres (laten we enkelvoud aannemen voor het gebruiksgemak) de recensies in boekenbijlagen van kranten en tijdschriften getoetst op man-vrouwverhoudingen. Haar bevindingen plaatste zij op Twitter onder de hashtag #lekkertellen. Serieuze media schreven over dit fenomeen (of nou ja, serieus, ik bedoel: de Groene Amsterdammer, NRC Handelsblad).
Dame, de Lezeres is vanwege het feit dat zij er, na een jaar lang tellen, mee ophoudt, geïnterviewd in de VPRO-gids. Over die geturfde man-vrouwverhoudingen zegt de Lezeres dat die “steeds rond een gemiddelde van dertig procent vrouwen en zeventig procent mannen [bleef] hangen. Er bleek sprake van een hardnekkig patroon.”
Dame, Heer, ik heb dus jaren geleden al in Vrij Nederland aangegeven dat dit niet zo vreemd is. Er verschijnt namelijk meer literair werk van mannen dan van vrouwen. Niet zomaar meer: twee keer zoveel. Zeg maar, heel losjes gerekend: dertig procent vrouwen, zeventig procent mannen.
Dat is sinds dat Vrij Nederland-stuk niet veranderd. Ik heb het voor de gein nog even voor het afgelopen jaar gecontroleerd. Als je de boeken erbij pakt die in 2016 zijn verschenen en ingezonden voor de Libris Literatuurprijs, dan zijn van de 207 titels er 72 door vrouwen geschreven. Ja hoor, een derde. Grofweg dertig procent vrouwen, zeventig procent mannen.
Zei ik toch?
Het probleem ligt dus niet bij de recensenten. Die houden zich gewoon keurig verhoudingsgewijs aan wat er uitkomt. Ik herhaal: het probleem ligt dus niet bij de recensenten. Maar bij de uitgevers.
Als er al een probleem is. Want ja, Dame, dat is ook zo wat.
De meeste Nederlandse literaire uitgevers en redacteuren zijn vrouwen. Zou het niet vreemd zijn, Dame, als die hun seksegenoten stelselmatig buiten de literatuur hielden? En hoe verklaar je dan dat er toch wel degelijk veel vrouwen romans, verhalenbundels en poëzie publiceren en prijzen winnen? Hoe verklaar je wat er wel is, als je alleen let op wat er niet is?
Maar ja, op zulke vragen zinnige antwoorden vinden, vergt heel wat ingewikkelder onderzoek dan een potje turven. Scoort ook minder lekker, want is minder mediageniek. Liever aandachttrekkend geklets, dan nuance die door niemand geretweet wordt, nietwaar?
Hoe dan ook, als je daadwerkelijk misstanden – zo die er zijn – wilt bestrijden, moet je in eerste instantie bij de uitgevers zijn.
Maar de Lezeres, gevraagd naar de uitgeefverhoudingen, zegt in dat VPRO-interview doodleuk: “Ik heb hier nog geen structureel onderzoek naar gedaan. Hoewel ik vermoed dat er meer boeken van mannen dan van vrouwen worden uitgegeven, zou het voor mij niet veel afdoen aan de resultaten van #lekkertellen.”
“Vermoed”.
De cijfers liggen voor het oprapen, maar de Lezeres, die blijkbaar toch niet echt een Telleres is, “vermoedt” slechts dingetjes.
Heer, Dame: kunt u zoveel domheid vergeven? Is het werkelijk mogelijk?
Maar wat klaag ik? Ze legt haar turftaak toch neer, die Lezeres des Vaderlands? Dat is toch goed nieuws?
Dat dacht ik ook, tot ik de slotalinea’s van dat VPRO-interview las.
De Lezeres des Vaderlands: “Zelf stop ik in januari, maar gelukkig heeft #lekkertellen de aandacht getrokken van verschillende mensen die het structureler willen aanpakken. Daarvoor is de kersverse Stichting Tellen opgericht.”
De Stichting Tellen.
Nee, we zijn voorlopig nog niet van de idiotie verlost. Heer, Dame, Literaire God van Alle Schrijvers, Uitgevers en Critici: waarom hebt u ons verlaten?