De Groene-maffia
Disclaimer: wat ik hieronder schrijf komt niet voort uit zuurheid, afgunst of een gevoel van miskenning. Ik publiceerde in het jaar 2016 namelijk geen roman en kom dus niet in aanmerking voor een van de grote literaire prijzen over die periode. Zo, opgehelderd. Dan heb ik nu mijn handen vrij voor het volgende.
Het Nederlands taalgebied kent drie grote, commerciële prijzen: de ECI Literatuurprijs, de Libris Literatuurprijs en de Fintro Literatuurprijs (voorheen Gouden Boekenuil).
Tel even mee.
Op de shortlist van de laatste ECI-prijs stond de roman Zachte riten van Groene Amsterdammer-redacteur Marja Pruis. In de jury van die prijs zat Groene Amsterdammer-redacteur Joost de Vries.
Op de zojuist bekend gemaakt shortlist van de Libris Literatuurprijs staat de roman Zachte riten van Groene Amsterdammer-redacteur Marja Pruis. In de jury van die prijs zit Groene Amsterdammer-redacteur Kees ’t Hart.
Op de longlist (en mogelijk straks ook op de shortlist!) van de Fintro Literatuurprijs staat de roman Zachte riten van Groene Amsterdammer-redacteur Marja Pruis. In de jury van die prijs zit Groene Amsterdammer-redacteur Jan Postma.
Wat valt u op? Bij De Groene Amsterdammer gaan ze er prat op dat ze, uit overwegingen van neutraliteit, geen collega’s recenseren. Dat klopt. Ze delen nominaties en prijzen uit aan die collega’s. Dat levert een hoop meer centen en publiciteit op dan een recensie in De Groene Amsterdammer.
Maar Jamal, als je motief niet afgunst is, waarom zou je je hier dan over opwinden?
Omdat ik van literatuur houd. Omdat we onze literaire prijzen zuiver moeten zien te houden. Daar past geen Groene Amsterdammer-maffia bij. Dat is in de eerste plaats in het belang van zo’n prijs als de Libris. Die heeft alleen autoriteit wanneer mensen geloven dat de prijs én de shortlistnominaties daadwerkelijk naar de beste boeken van het jaar gaan.
En dat brengt me op het belang van de genomineerde auteurs. Het zou best eens kunnen dat Marja Pruis met Zachte riten de allerbeste roman van 2016 heeft geschreven. Maar haar collega’s bewijzen haar – én de literatuur – geen dienst door de indruk te wekken dat zij al die nominaties aan haar Groene Amsterdammer-redacteurschap te danken heeft.
Dus… kom op, Groene-lieverds. Zoek andere nevenactiviteiten. Dit is géén gezicht. Jullie spugen op de literatuur én op jullie collega. En wij, omstanders in de literatuur, durven nauwelijks te kijken naar deze schaamteloze, schaamteloze vertoning.