Jaar 1 (#10)
Maandag 10 april 2017
Een catalogus van geluiden. Haar boeren zijn hard: een zweepslag van de huig en dan een volwassen letter A. Soms klinkt ze als een onbestemd dier, maakt ze geluidjes die het midden houden tussen het gakken van een gans en het geknor van een biggetje. Ik moet oppassen voor teveel verkleinwoorden. Soms snuift ze met snelle haaltjes door haar neus, die soms verstopt klinkt want ook baby’s doen aan snotjes. Dat waren er weer twee (verkleinwoorden).
Ze snurkt en reutelt, piept en zucht. Er is het geborrel in haar broek als de poep komt, en het gerommel in haar buik dat eigenlijk precies hetzelfde klinkt als bij volwassen mensen.
Haar huiltjes klinken als ‘Nee’ of ‘Nèh’, en ondanks mijn medelijden met haar verdriet, moet ik lachen als ik er ‘Nih’ in hoor en aan Monty Python and the Holy Grail moet denken, de scène met ‘the Knights who say “Ni!”’. Op andere momenten meen ik in haar huilen de klank ‘Lâh’ te ontwaren – da’s dan weer Arabisch voor nee. Ze heeft alvast tweetalige tranen. Het is een begin.