Nabokov Herlezen #4: ‘Gods’ en ‘A matter of chance’
Vrijdag 28 juli 2017
(Ja, een keertje op vrijdag. Hobbylezen en vaderschap: niet altijd even luchthartig te combineren. Ik heb u gewaarschuwd.)
Laat ik er maar niet omheen draaien: vandaag een volstrekt te missen verhaal én een eerste hoogstandje. Dat te missen verhaal heet ‘Gods’ (‘Goden’), Nabokov schreef het in oktober 1923 terwijl hij tevens werkte aan een toneelstuk, The Tragedy of Mr. Morn.
‘Gods’ is een poging groots drama te schetsen (echtpaar bezoekt graf van overleden kind), en dat dan voor het contrast beschreven in lyrische, extatische taal. De emotioneel complexe thematiek is te hoog gegrepen voor de jonge auteur, en het resultaat is pure kitsch (‘De hele nacht hebben de sterren met kinderstemmetjes geschreeuwd’), doortrokken van opzichtige dodenrijksymboliek (de ondergrondse! Beatrice!) en aangevuld met een flauwe parabel.
Geen enkele reden om dit te lezen, dus? Jawel, twee. Want bij mijn weten is dit het eerste verhaal waar een vlinder in voorkomt (de lepidopterologie was, naast de literatuur, Nabokovs andere grote liefde). Ik zou dat kunnen opzoeken in een boek als Nabokov’s Butterflies: Unpublished and Uncollected Writings, of in Nabokov’s Blues: The Scientific Odyssey of a Literary Genius, maar die boeken heb ik niet en ik hoef ze ook niet: mijn Nabokov-gekte kent grenzen. Laat mij maar de auteur zijn van een ander studieus werk: Nabokov’s Trains en dan nog een of andere stompzinnige ondertitel, want ja, ik ga het op deze plek nog vaak hebben over de rol van treinen in Nabokovs werk, en in ‘Gods’ komt de eerste voor, in één terloops zinnetje: ‘Herinner je je nog,’ zegt de verteller tegen zijn geliefde, ‘toen we op weg waren hiernaar toe, naar deze stad, hoe de bomen langs de ramen van de coupé liepen?’
Leesadvies: uitsluitend voor volledigheidsneuroten.
Maar dan! Ha! Het verhaal ‘Een kwestie van toeval’ (‘A matter of chance’) – daar gebeurt het, hoor! Vroeg in 1924 geschreven, in de zomer gepubliceerd in een Rigaans eclectisch blad, nadat zijn vaste stek Rul’ het geweigerd had omdat ze geen ‘anekdotes over cocaïnisten’ publiceerden. Haha.
Verhaal: de Russische emigrant Aleksej Lwowitsj Loezjin werkt als kelner op een Duitse trein. Zijn vrouw heeft hij in Rusland moeten achterlaten en hij heeft geen hoop meer haar ooit nog te zien. Hij verdooft én vergiftigt zijn brein met cocaïne en op een dag weet hij het zeker: zodra zijn dienst aan boord van de trein voorbij is, zal hij zichzelf van kant maken (Nabokov’s Suicides – ook dat zou een pittig naslagwerkje kunnen worden, zie onder meer het vorige week besproken verhaal ‘Een slag van de vleugel’). Wat hij niet weet is dat zijn vrouw, die eindelijk uit Rusland heeft weten weg te komen, zich aan boord van diezelfde trein bevindt. Ze hadden elkaar kunnen treffen – maar het gebeurt niet.
Waarom is dit zo’n verrekte interessant verhaal? Nou, allereerst vanwege die naam Loezjin. Zo heet ook het hoofdpersonage van Nabokov’s derde roman, The Defense, over een gekweld schaakmeester die aan het einde van het boek zelfmoord pleegt. Volgens Brian Boyd’s Vladimir Nabokov: The Russian Years bestaat er een onvoltooid oerverhaal waar zowel The Defense als ‘A matter of chance’ uit voortkomen.
Maar het idee van een langverwachte echtgenote die vanuit Rusland per trein naar Duitsland komt, en een weerzien dat nét niet plaatsvindt, is ook het grondgegeven van Nabokovs debuutroman Masjenka.
O, en over treinen gesproken: dit hele verhaal speelt zich dus aan boord van een trein af! En Loezjin heeft heel precies uitgedacht hoe de trein hem gaat helpen zelfmoord te plegen: ‘Hij berekende elk klein detail, alsof hij een schaakprobleem ontwierp. In de loop van de nacht wilde hij op een bepaald station uitstappen, naar het eind van het stilstaande rijtuig lopen en zijn hoofd tegen het schildachtig uiteinde van het stootkussen leggen op het moment dat er een andere wagon aankwam die gekoppeld moest worden. De buffers zouden tegen elkaar slaan. Tussen hun uiteinden zou zich zijn gebogen hoofd bevinden. Het zou uiteenspetten al een zeepbel en opgaan in iriserende lucht.’
Magistraal. (En ja: een schaakprobleem!)
Trouwens, misschien is het geen toeval dat treinen ook in het werk van de door Nabokov zeer bewonderde Tolstoj zo’n prominente rol spelen. Denk aan de novelle De Kreutzersonate en natuurlijk ook aan de trein waar Anna Karenina zichzelf voor werpt in de naar haar vernoemde roman. Zelfmoord, ja. God, als ik zou willen promoveren, dan zou het op Nabokov-Tolstoj-treinen-zelfmoord zijn…
Enfin. Dat is allemaal leuk en aardig voor de liefhebber, maar waar iederéén van kan genieten, is het loutere feit dat dit verhaal zo verrekte goed geschreven is. Dat zie je aan de precisie van die hierboven beschreven zelfmoordfantasie, en vooral aan de effecten van de cocaïne die zo goed zijn weergegeven dat ze de lezer (deze lezer althans) doen huiveren: ‘de kleine zweertjes in zijn neusgaten vraten het tussenschot weg’, maar ook instemmend doen knikken: ‘gretig bracht hij het naar zijn ene neusgat, toen naar het andere, snoof diep, likte met vlugge tong het glinsterende stof van zijn nagel, knipperde een paar keer fel met zijn ogen vanwege de rubberen bitterheid en verliet het toilet, roezig en welgemoed, terwijl zijn hoofd zich vulde met heerlijke ijskoude lucht.’
Godverdomme, dit is schrijven, mensen.
In de komende afleveringen van deze serie volgt nog een hele rits korte verhalen, maar ook het hierboven al aangestipte toneelstuk The Tragedy of Mr. Morn, enkele aanvullende observaties m.b.t. Masjenka, en in de verte lonkt de Tweede Roman, King, Queen, Knave. Ja, het wordt een dolle zomer…